In dit beginsel wordt uitgegaan van de algemene gedachte dat bij waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat de activiteiten waarvoor deze dienen, worden voort-gezet (‘going concern’-gedachte). Toepassing van dit beginsel betekent bijvoorbeeld dat de voorraad gewaardeerd moet worden tegen de aanschaffingsprijs verminderd met hierop ver-richte afschrijvingen en niet tegen de vermoedelijke opbrengst bij liquidatieverkoop van de voorraad. Zie Jaarrekening.